Uchronie Wiki

Tijdens de slag bij Issus raakte de jeugdige leider van de Korinthische Bond zwaargewond en sneuvelde de Perzische koning Darius III. Zonder de bezielende leiding van de Macedonische koning wordt de verdere opmars naar het zuiden abrupt gestaakt en de geleden nederlaag van Perzië onvolkomen uitgebuit. Alexander III overlijd kort na thuiskomst alsnog aan de eerder opgelopen verwondingen en wordt opgevolgd door generaal Antipater. Nu Perzië voorlopig geen bedreiging meer vormt voor Macedonië en de Hellenistische stadstaten van de Korinthische Bond keren de zegevierende hoplieten en cavaleristen huiswaarts met achterlating van garnizoenen in het bezette gebied. De nieuwe koning concentreert zich op wat ten noorden ligt van Macedonië. Al spoedig blijken de Hellenen hier minder enthousiast voor te krijgen zijn dan in het verleden het geval is geweest voor de oorlog tegen Perzië. Antipater benut de tot muntgeld geslagen omgesmolten Perzische kostbaarheden, die tijdens de oorlog waren buit gemaakt, om de plannen te financieren, die zijn troepen in beweging brengen. De onderworpen volkeren langs de Middellandse Zee werden verplicht manschappen te leveren, waaronder zich ook veteranen bevonden, die nog onder koning Darius III hadden gevochten zonder onderscheid tussen Grieken en barbaroi. Daarnaast werd op grote schaal huurlingen gerekruteerd, die loyaal zouden blijven zolang ze goud en zilver kregen. Bij deze plannen werd geen of nauwelijks aandacht besteed aan de nog kleine en onbelangrijke Romeinse Republiek. Terwijl in het Perzische rijk de opvolgers van Darius III alleen oog hadden voor hun concurrenten en elkaar bevochten in een burgeroorlog om de macht over de troon.

Thracië[]

De noordelijke buren van Macedonië bestonden uit Thraciërs. De verschillende stamstaten bewoonden een gebied dat zich uitstrekte over het zuiden van het huidige Rusland, Roemenië Bulgarije. Een aantal Thracische prinsen waren al tribuutplichtig en dat vergemakkelijkte de plannen van Antipater om van zijn land een groot en hecht rijk te maken.

Germanen[]

Als raadsheren van de aan Germanen verwante Keltische leiders leren de druïden noodgedwongen de Griekse taal als blijkt dat de Macedonische falanx op vele slagvelden zegevierd en raken beïnvloed door het Hellenisme. Het formeren van een leger was voor de stammen moeilijk omdat hiervoor een maatschappelijke organisatie nodig was, die veelal ontbrak. Het leidde er toe dat bij veldslagen tussen de stammen geen gigantisch grote legers betrokken waren, zodat een relatief kleine, maar ervaren en op elkaar ingespeelde groep krijgers zoals in een comitatus toch een grote invloed kon hebben op de uitkomst van de slag. In de grote veldslagen vervulde de comitatus vaak de rol van lijfwacht van de leider. Deze kleine groepen waarvan de sterkte kon bestaan uit tientallen tot een paar honderd krijger waren ook bijzonder geschikt voor plundertochten en wraakoefeningen. Zij bewogen zich sneller, waren mobieler en gemakkelijker te coördineren dan een grote groep.

Vandalen[]

Gotonen[]

Langs de rivier de Vistula oprukkend bereikte Antigonus I de Oostzee en de daar wonende Gotonen. Daar werd een laatste stad met de naam Antipaterië gesticht door Cassander als eerbetoon aan zijn overleden vader voor hij terugkeerde naar Petta om de troon te bestijgen.