Uchronie Wiki

Tijdens de verkiezingen voor het presidentschap in de Oekraïne behaalde geen enkele kandidaat op 17 januari 2010 het aantal stemmen dat nodig was om tot winnaar te worden uigeroepen. Voor een trouwe aanhanger van president Viktor Yushchenko kwam de geleden nederlaag bij generaal-majoor Joeri Eplanov hard aan ondanks dat een tweede verkiezingsronde nu noodzakelijk was geworden en in theorie er nog alles mogelijk was. Hij vreesde voor wie het volgende termijn van president zou gaan vervullen en na enige overweging besloot hij andere officieren binnen de strijdkrachten te benaderen, maar nog voor een coup werkelijk kon worden gepland lekte het vage idee al uit. De president had geen andere keuze dan op te treden omdat het zijn politiek imago bij de volgende verkiezingsronde zou schaden als hij het achterwege liet en de oppositie er ongetwijfeld gebruik van kon maken. Het betekende voor de generaal-majoor een abrupt einde van zijn carrière binnen de generale staf en een tijdelijk detachering in het buitenland. Waarbij het twijfelachtig was of er nog een plaats voor hem was als hij terug keerde.

Cyprus[]

Voor de bewoners van het eiland in 1960 onafhankelijkheid werd verleend was het gedurende zijn geschiedenis door een opeenvolging van grootmachten bezet geweest. Het eiland in de Middellandsezee heeft een strategische locatie voor het Midden-Oosten. Het ligt 70 kilometer ten zuiden van Turkije, 105 kilometer ten westen van Syrië, 108 kilometer ten westen van Libanon, 200 ten zuidoosten van Isarël, 380 kilometer ten zuiden van Egypte en 800 kilometer ten noordwesten van het Griekse vasteland. Bovendien was Cyprus rijk aan bodemschatten en tot op vandaag vind er altijd nog mijnbouw plaats om ijzer, koper, marmer en gips te delven. Al steunt de economie van een groot deel van het eiland tegenwoordig vooral op de export van agrarische producten en toerisme.

Republiek Cyprus[]

Na het verkrijgen van de onafhankelijkheid bleek spoedig hoe moeilijk het was voor de bewoners om een staat te vormen. De conflicten hadden tussen 1963 en 1967 het karakter van een burgeroorlog. Het was voor de Verenigde Naties voldoende aanleiding om een vredesmacht te sturen, die nog steeds op het eiland aanwezig is. Onder de dreiging van een Turkse invasie vonden er in 1967 onderhandelingen plaats tussen de Grieks- en Turks-Cyprioten. De gewelddadige conflicten hielden echter ook daarna aan. Het leidde uiteindelijk tot een verdeling van het eiland en de bewoners hoewel het internationaal erkende Republiek Cyprus de soevereiniteit behield over het hele eiland en de omliggende wateren, met als enige uitzondering een in een verdrag met Groot-Brittannië vastgelegde legerbasis Akrotiri en Dhekelia onder Britse soevereiniteit, heeft het in werkelijkheid 59,74 % van het eiland in bezit.

De defensie berust bij de Cypriotische Nationale Garde en bestaat uit de 1e infanteriedivisie, 2e infanteriedivisie, 4e infanteriedivisie, 8e infanteriebrigade, 20 gemechaniseerde brigade, 3e ondersteuningsbrigade, Special Forces Command, artilleriecommando, militaire politie, 449e antitank helikoptersquadron, 450e helikoptersquadron en een UAV squadron.

Voor de militaire uitrusting van de strijdkrachten van de Republiek Cyprus zie: Militaire sterkte Republiek Cyprus

Turkse Republiek Noord-Cyprus[]

Na een staatsgreep van de Griekse Junta op het vasteland in Griekenland vond in 1974 de eerder uitgestelde invasie van Cyprus door Turkije plaats onder het voorwendsel om de constitutionele orde te herstellen. De op het eiland in enclaves levende Turks-Cyprioten trokken naar de gebieden die onder controle van de Turkse strijdkrachten stonden, dat momenteel 34,85% van het oppervlakte van het eiland bedraagt. Uit deze gebieden werden 180.000 Grieks-Cyprioten verdreven zonder daar ooit voor te worden gecompenseerd. Deze leegte werd opgevuld met Turkse kolonisten. Op vijftien november 1983 werd de Turkse Republiek Noord-Cyprus uitroepen, maar alleen door Turkije erkend. Het bemoeilijkt de handel met het buitenland waardoor het noorden van Cyprus afhankelijk is geworden van Turkije met zichtbare gevolgen voor de economie. De zeehavens Famagusta en Kyrenia aijn sinds 1974 gesloten verklaard door de Republiek Cyprus waardoor het handelsverkeer heel beperkt is. Daarom vinden er ook weinig directe vluchten plaats naar de luchthavens Gecitkale en Ercan. Sinds de gedeeltelijke openstelling van de Green Line mogen Turks-Cypriotische bewoners nu handel drijven via Grieks-Cypriotische havens.

Voor de verdediging van de grens en het onderhouden van de interne veiligheid beschikt de Turkse Republiek Noord-Cyprus over een vijfduizend man sterke Turks-Cypriotische Security Force (TCSF), die voornamelijk bestaat uit dienstplichtige Turks-Cypriotische mannen. Opgeleid en uitgerust door de Turkse strijdkrachten. Het kan aangevuld worden met een reserve van 11.000 mannen uit de eerste categorie, 10.000 mannen uit de tweede categorie en 5000 mannen uit de derde categorie tot een leeftijd van vijftig jaar. De officieren zijn veelal afkomstig uit Turkije en hier op tijdelijke basis gedetacheerd. Het bestaat uit zeven infanteriebataljons en een aantal met mortieren uitgeruste eenheden van de artillerie.

Het 9e Turkse legerkorps ondersteund met 30.000 tot 40.000 militairen de licht bewapende TCSF en bestaat uit de 28e infanteriedivisie, 39e infanteriedivisie en 14e gemechaniseerde brigade. Het is voornamelijk ingezet langs de Green Line en op locaties waar een amfibische landing mogelijk is.

Voor de militaire uitrusting van de strijdkrachten van de Turkse Republiek Noord-Cyprus zie: Militaire sterkte Turkse Republiek Noord-Cyprus

De aanwezigheid van de Turkse strijdkrachten wordt als een bezetting van EU-grondgebied beschouwd sinds het toetreden van de Republiek Cyprus in 2004 tot de Europese Unie.

UNIFICYP[]

De door de Verenigde Naties gecontroleerde bufferzone dat het eiland opsplitst inde Republiek Cyprus en de Turkse Republiek Noord-Cyprus beslaat in totaal 2,67% van het eiland. Het loopt 180 kilometer langs wat beter bekend staat als de Green Line. Voor het eerst vastgesteld in 1964, toen generaal-majoor Peter Young een staakt-het-vuren lijn op de kaart trok met een groen potlood. Hij was de bevelhebber van de VN vredesmacht, de voorloper van UNIFICYP.

Bufferzone[]

Zo vroeg op de dag dat het nog geen ochtend kon worden genoemd werden mensen in hoge posities binnen de Cypriotische Nationale Garde en de regering vanuit de bufferzone wakker gebeld. De militairen en de politici kregen summiere informatie over wat er vandaag ging gebeuren, maar het bleek voldoende te zijn om een algemende mobilisatie af te kondigen waardoor alle militairen en reservisten zich direct beschikbaar moesten stellen voor de strijdkrachten.

In sector vier verwijderden soldaten van het Oekraïnse contingent de blauwe hoezen van de helmen en ruilden de eveneens blauwe kogelvrije vesten om voor vesten in minder opvallende camouflagekleuren. Achter de Turkse linies werd een lichtkogel afgeschoten en enkele seconden later de eerste schoten van de komende oorlog uitgewisseld. Als generaal-majoor Joeri Eplanov nog getwijfeld had dan was het nu verdwenen. Enkele van de commando's die hij eerder succes had gewenst waren blijkbaar ontdekt ondanks dat ze Turkse uniformen droegen en moesten nu zich zelf zien te redden. Hij schudde een bleke majoor de hand. De nerveuze officier zou de aanval op de Turkse linies leiden. De onopgemerkt gebleven commando's zouden daarbij in de achterhoede voor verwarring onder de vijand moeten zorgen. De aanval bleek de Turken volledig te overrompelen.

Net zo verrast reageerde ook het militaire personeel van de Verenigde Naties in de aangrenzende sector twee. De Mobile Force Reserve (MFR) wordt direct gealarmeerd en zij spoeden zich, nadat herhaalde malen te vergeefs om de stand van zaken was gevraagd, naar sector vier.

De onregelmatig arriverende eenheden van Grieks-Cypriotische militairen maken onder leiding van nationalistisch gezinde officieren gebruik van de door de Oekraïners gecreëerde bres in de Turkse linies om verder door te dringen in de Turkse Republiek Noord-Cyprus. De Turkse tegenstand neemt met het uur toe nu het element van verrassing is verdwenen en het aantal slachtoffers stijgt.

De gezagvoerder van een vrachtschip binnen de territoriale wateren van de Turkse Republiek Noord-Cyprus weigert de oproepen van de Cypriotische marine te beantwoorden of op de latere instructies in te gaan. Kort daarna wordt het getroffen door een Exocet raket. Er breekt brand uit en de bemanning verlaat haastig het vaartuig.

Op patrouille uitgezonden gevechtsvliegtuigen van Griekenland en Turkije beschieten elkaar boven Cyprus van grote afstand met raketten. Een Griekse piloot slaagt er niet in om de achtervolgende raket af te schudden en wordt gedwongen het toestel te verlaten.

De Verenigde Naties komt in een spoedzitting bij elkaar.

Dag 2[]

Binnen de multinationale strijdmacht van de Verenigde Naties heerst verdeeldheid over wat er moet gebeuren en de Peruaanse vice-admiraal Mario Sánchez Debernardi neemt geen duidelijk standpunt in. De Britse, Canadese en Oostenrijkse militairen trekken zich met alle civiele politieagenten terug naar de Britse legerbases op het eiland. De Zuid-Amerikanen in sector één trekken zich terug in kamp San Martin in de omgeving van het Skouriotissa dorp. De Oekraïners hergroeperen zich onder leiding van generaal-majoor Joeri Eplanov.

Het aantal schermutselingen tussen Turkse en Griekse gevechtspiloten in de omgeving van het eiland Cyprus stijgt. Griekse jachtpiloten worden als helden onthaald als een squadron jagers met toestemming van de Republiek Cyprus op het eiland land om de plaatselijke luchtverdediging op zich te nemen.

Turkije maakt gebruik van al reeds lang voorbereidde plannen om versterkingen naar de Turkse Republiek Noord-Cyprus over te brengen voor de Grieks-Cyprioten het hele eiland in handen hebben en een amfibische landing in combinatie met oparachutisten noodzakelijk wordt om het verloren gebied te heroveren, maar daarvoor is wel beheersing van het luchtruim noodzakelijk. De voorbereidingen gaan echter door.

Binnen de Verenigde Naties breekt onenigheid uit als naar aanleiding van verslagen afkomstig van UNIFICYP de Turken de Oekraïners beschuldigen van betrokkenheid bij de oorlog. De reeds uren uitgelopen vergadering wordt geschorst.

De president Viktor Yushchenko wil de Oekraïnse betrokkenen veroordelen, maar veranderd compleet van gedachten als er boven de Zwarte Zee gevechtsvliegtuigen zijn gesignaleerd onderweg naar de Oekraïne. MiG-29 gevechtsvliegtuigen stijgen op om de dicht langs de grens patrouillerende toestellen visueel te identificeren en te schaduwen. De piloten stellen de Turkse identiteit van de toestellen vast. De Oekraïners voeren de staat van paraatheid voor de gehele strijdkrachten op. Oorlogsschepen van de Zwarte Zee vloot verlaten de haven voor realistische oefeningen.

Dag 3[]

Het 9e Turkse legerkorps begint onder de voordurende aanvallen van de Grieks-Cyprioten uit elkaar te vallen. Er arriveren nog nauwelijks versterkingen en de voorraden beginnen op te raken. De licht bewapende eenheden van TCSF worden nu aan het front ingezet om de vijandelijke opmars te vertragen en leiden zware verliezen met gevolgen voor het moreel onder de Turks-Cyprioten. Het aantal deserteurs begint toe te nemen.

De Verenigde Naties zet de besprekingen voort, maar over en weer worden nu beschuldigingen geuit door Cyprioten, Turken, Grieken en nu ook Oekraïners. Het verleden word door verschillende partijen opgerakeld en zorgt voor een nog grotere verdeeldheid.

President Yushchenko gaat zich beschouwen als de bevrijder van bezet EU-grondgebied en wil luchtmobiele eenheden inzetten om de Oekraïnse militairen op Cyprus te versterken. Veel militairen van deze eenheden hebben eerder deelgenomen aan vredesmissies voor de Verenigde Naties in Sierra Leone, Kosovo, Irak, Nagorno-Karabach en Afghanistan. Daarvoor neemt hij contact op met de Grieken.

Dag 4[]

De nieuwe politieke alliantie weerspiegelde zich in een verscheidenheid aan typen vliegtuigen op een Griekse basis. Oekraïnse Su-25 grondaanvalsvliegtuigen stonden gereed voor vertrek naar Cyprus met een indrukwekkende escorte van Griekse F-16's dat zich klaar maakte om op te stijgen. Het zou een lange en gevaarlijke vlucht worden.

Een kleine strijdmacht van Turken en Turks-Cyprioten houdt wanhopig stand wanneer geruchten hen bereiken over wantoestanden achter de vijandelijke linies. Weerloze burgers zouden het doelwit zijn van op wraak beluste soldaten. Huizen werden geplunderd en de bewoners vermoord. Deze militairen proberen tijd te winnen voor de met hen meevluchtende burgers.

Dag 5[]

De laatste Turken leggen de wapens neer nadat ze eerder hadden toegestaan aan de weinige Turks-Cyprioten onder hen de uniformen te verwisselen voor burgerkleding en terug te keren naar hun families om deze te beschermen tegen de bezetter. De soldaten worden als krijgsgevangenen afgevoerd, maar in de lucht zien ze het bewijs dat deze oorlog nog niet ten einde is.