| |
Hoofdstad: | Rome |
Taal: officieel: |
Italiaans, Piji Itaiu |
Andere Talen: | Spaans, Frans, Grieks, Bulgaars, Servokroatisch |
Religie: | Rooms Katholiek, Oosters Orthodox, Grieks Orthodox |
Etnische groep: | Italianen, Spanjaarden, Grieken, Bulgaren, Servokroaten, Fransen, Albanezen |
Staatsvorm: | Republiek |
Datum van oprichting: | 12 juni 1956 |
Betaalmiddel: | 1 lira is 100 cento |
Italië is een land in het midden van Zuid Europa dat aan het oosten, zuiden en westen omgeven wordt door de Middellandse zee, en dat in het Noorden grenst aan de Provence, de Franse Federatie, de Centraal Europese Federatie en aan de Zuidslavische Republiek.
Geschiedenis[]
Middeleeuwen[]
Na het uiteenvallen van het Romeinse Rijd raakte door invallen van de Ostrogoten en de Longobarden in de middeleeuwen was het grondgebied van het huidige Italië verdeeld in vele verschillende landjes. Belangrijke stadstaten en landjes waren de handelsrepubliek Venetië en het koninkrijk Napels. Het Byzantijnse Rijk was actief in Italië, tijdens het bewind van keizer Justianus I in de vijfde eeuw. Hij creëerde bij de herwinning van Ravenna, het Exarchaat van Ravenna, maar deze staat hield niet lang stand, want de laatste esarch werd vermoord door de Longobarden. De kerk had grondgebied in Italië, namelijk de Kerkelijke Staat. Deze staat was niet zo sterk, omdat deze staat in de 7de eeuw onder druk van de Longobarden kwam te staam. De hulp van Karel de Grote moest ingeroepen worden om de weggejaagde paus terug in Rome te brengen. De Arabieren veroverden in de achtste eeuw Sicilië, maar die werden door de Noormannen in de elfde eeuw van het eiland verdreven. De stadstaten die in het grondgebied van het Heilige Roomse Rijk lagen, kregen in de twaalfde eeuw zelfbestuur.
Renaissance[]
In de dertiende eeuw ontstond, onder invloed van de Medici de Renaissance. Deze rijke koopmansfamilie spendeerde veel geld aan kunst, hoogwaardig ambacht en wetenschap. Grote kunstenaars als Leonardo da Vinci, Michelangelo en Raphael werkten in hun opdracht. Zo is de Santa Maria del Fiore een hoogtepunt in de Renaissance-architectuur. Het Groothertogdom Toscane groeide onder de Medici uit tot een staat die de hele provincie Toscane besloeg. De groothertogen di Medici konden echter niet voorkomen dat de leiders van het Koninkrijk Napels het hele land in oorlog stortten.
Nieuwe tijd[]
Langzaam werden de staten herenigd uit angst voor nieuwe grote mogendheden als het Frankrijk van Napoleon en Oostenrijk onder de Habsburgers. Beide landen vielen verschillende keren Italië binnen en Frankrijk kreeg uiteindelijk de controle over Italië (Zuid-Tirol werd Oostenrijks grondgebied).
Nadat Frankrijk was verslagen in de oorlogen tegen de Russen en de Engelsen verloor Napoleon ook de macht over Italië. Het land bleef arm en verwoest achter, en de politieke partijen streefden naar meer eenheid in het land.
Nieuwste tijd[]
Dit was het begin van de Italiaanse eenwording, die ongeveer tegelijkertijd viel met de Duitse eenwording. Deze eenwording leidde echter wel tot het ontstaan van de zogenaamde "Romeinse Kwestie": het lot van de Kerkelijke Staat. In 1866 verloor de paus (Pius IX) zijn laatste wereldlijke macht, waarmee weliswaar de eenheid van Italië een feit was, maar wel een splijtzwam in het zeer katholieke Italië ontstond.
De grote Europese oorlog[]
Bij het uitbreken van de grote Europese oorlog verklaarde Frankrijk de oorlog aan Italië. Italië mobiliseerde hierop zijn troepen en probeerde in de Italiaanse Alpen de Franse aanval af te slaan. Die aanval kwam echter niet. Het bleek dat Frankrijk het bericht per ongeluk had gestuurd doordat iemand een verkeerd draaiboek had ingekeken. Toen het Italië duidelijk werd dat er geen Franse aanval kwam, trok Italië Frankrijk binnen en probeerde daar snel veroveringen te maken. De Fransen hadden echter hun fout ontdekt en tegenmaatregelen genomen. Daardoor ontstond er een Frans-Italiaans front dat in feite een zuidelijke voortzetting was van het Frans-Duitse front. Ook hier liep binnen een week terreinwinst van beide partijen vast en ontstond een slepende loopgravenoorlog. Toen het Osmaanse Rijk (het OR)het zuiden van Frankrijk binnenviel brak het front open en boekten de Italianen enige successen, terwijl ze samen met de Osmanen optrokken. Later boekten de geallieerden echter weer successen tegen de Italianen en Osmanen, welke laatste teruggedreven werden in de zee en naar Italië, en bij de eerdere fronten van voor de Osmaanse inval liep de strijd weer vast. Na de overwinning van Rusland op het OR viel dat laatste land Italië binnen dat het redelijk snel overwint.
Italië in het Osmaanse Rijk[]
In de jaren na het einde van de oorlog in 1920 werd Italië een deel van het OR, dat bijna de hele Europese Middellandse Zeekust in handen kreeg. Voor de Italiaanse bevolking brak er een erg zware tijd aan. De bezetter had weinig op met de Italianen, aan wie ze zich niet verwant voelden, en de bevolking werd zeer slecht behandeld. De situatie werd door de jaren alleen maar slechter en dit leidde tot opstanden, die bloedig werden neergeslagen. De bekendste is de derde grote Italiaanse opstand, in 1932, die veel weg had van een echte oorlog. Er wordt vanuit gegaan dat deze opstand de directe aanleiding was voor de Osmanen om alle mensen gedwongen te laten verhuizen. Dit in de hoop dat men in een omgeving zou komen te wonen waar men de buren niet vertrouwt en dus geen opstand zou durven opzetten. Deze massale verhuizing, die in 1933 plaatsvind en binnen een jaar is afgerond, is en Europa bekend komen te staan als de Zuid-Europese deportatie. In tegenstelling tot de Noord-Europese deportatie was de Zuid-Europese deportatie erop gericht etnische groepen zo homogeen mogelijk te spreiden. In 1934, als de deportatie is afgerond, is de bevolkingssamenstelling van Italië dan ook drastisch veranderd. Italianen vormen een minderheid, naast andere minderheden. De belangrijkste bevolkingsgroepen zijn de Italianen, Fransen, Spanjaarden, Mensen uit de regio die OTL Joegoslavië is geweest, Bulgaren, Grieken en Albanezen. Een van de maatregelen die de Osmanen nemen die de grootste invloed zou hebben op de Zuid-Europese landen na de onafhankelijkheid is het verbieden van huwelijken binnen de eigen etnische groep. Dit in de hoop dat kinderen dan niet meer zullen weten bij welk volk ze horen, en zo toekomstige opstanden tegen te gaan.
Tot aan 1940 veranderd er weinig, behalve dat er langzaamaan toch weer opstandjes uitbreken. In dat jaar besluit het Osmaanse Rijk het roer weer om te gooien en een beleid te gaan voeren dat gericht is op assimilatie van de Zuid-Europeanen. Het wordt de mensen verboden hun eigen taal te spreken en verplicht om Turks te spreken. Dat dit feitelijk totaal onmogelijk was doordat men simpelweg geen Turks sprak leek van weinig invloed. Wel nam het OR een aantal halfslachtige maatregelen om mensen wat Turks te leren, maar dit was compleet ontoerijkend. Deze maatregel leidde er daardoor vooral toe, dat de pidgintalen die in Zuid-Europa aan het ontstaan waren steeds meer werden gesproken. Die werden namelijk gestimuleerd, omdat de Osmanen dachten dat de pidgins uiteindelijk naar het Turks toe zouden groeien. De pidgins gebruikten redelijk veel Turkse woorden, wat er bij de Osmanen toe kan hebben geleid deze aanname te maken.
Door de slechte leefomstandigheden breken er veel ziekten uit. In 1951 ontstaat op het Iberisch Schiereiland de grote ziekte, die een jaar later Italië treft. Hierbij sterft in Italië ongeveer ⅓ van de bevolking, net als in grote delen van de rest van Europa. Als de ziekte het OR bereikt en ook daar veel slachtoffers maakt ziet Italië de kans zich onafhankelijk te verklaren. Het OR is niet in staat hier iets tegen te doen.
In 1957 kreeg Italië hulp van de Verenigde Staten, die Europa hielpen bij het te boven komen van de economische malaise in de hoop een goede handelspartner te krijgen. Dit zorgde ervoor dat de infrastructuur verbeterde en er banen begonnen te komen. Een jaar later werd Italië lid van de nieuw opgerichte Bond van Europa. Samen zorgde dit ervoor dat Italië in de jaren 60 een enorme economische groei doormaakte. In 1962 sloten Italië en de andere Zuid-Europese landen het verdrag van het vrije woord dat deels de moeilijkheden oploste die nog steeds bestonden door het verhuisbeleid van het OR.
Italië ontwikkelde zich in de daaropvolgende jaren tot een land dat wij als westers zouden herkennen. Vanaf de jaren tachtig is het een welvarend land te noemen. Het één van de grootste verschillen tussen Italië en OTL Italië anno 2009 is dat men in Italië niet Italiaans als belangrijkste taal heeft, maar Piji Itaiu (IPA:/piˈʒi iˈtɑju/), de Italiaanse variant van de creooltaal die in heel Zuid-Europa gesproken wordt.