Uchronie Wiki
Registreer
Advertisement
Lietuvos Respublika
Republiek Litouwen
Lidstaat van de Baltische Confederatie
Uchronie: De Drie Tijden
Hoofdstad: Vilnius
Grootste stad: Vilnius
Taal: Litouws
Religie: Rooms Katholiek
OTL: Wikipedia over Litouwen


Litouwen (Litouws: Lietuva) is een Noord-Europese deelrepubliek die een van de drie constituenten van de Baltische Federatie is en ligt tussen Letland (Ook een deel van de Baltische Federatie) in het noorden, Wit-Rusland in het oosten, Polen in het zuiden, de Oostduitse Bond (Pruisen) in het zuidwesten en de Oostzee in het westen. Het is het grootste en zuidelijkste van de drie Baltische landen. Van die drie is het het enige overwegend rooms-Katholieke land. De geschiedenis loopt ook pas relatief kort synchroon met die van de beide andere Baltische landen. Anders dan Letland en Estland was Litouwen ooit een machtig land, dat zelfs tot de Zwarte Zee reikte. De twintigste eeuw verliep grotendeels onder Russisch bewind, waarvan het zich in 1956 ontdeed. Een geografische bijzonderheid van Litouwen is het feit dat het middelpunt van Europa binnen de Litouwse grenzen ligt.

Geschiedenis[]

De Drie Tijden, Europa in 1957 staatkundig

kaart van Europa in 1957

Vroege geschiedenis[]

Litouwen wordt voor het eerst genoemd in de Quedlinburgse Annalen van het jaar 1009, maar er is pas sprake van een Litouwse staat tegen het einde van de 12e eeuw, of volgens sommige historici vanaf ongeveer 1240. De eerste bekende leider van dit rijk is Mindaugas (1238-1263). Hij liet zich in 1251 dopen en werd op 6 juli 1253 zelfs tot koning gekroond. Door zich te dopen ontnam hij de kruisridders van de Duitse Orde het voornaamste motief om de Litouwers aan te vallen. In 1261 bekende Mindaugas zich echter alweer voor het heidense geloof van zijn vaderen. In de 13e-14e eeuw breidde het gebied van de Litouwers zich flink uit over wat nu Wit-Rusland en Oekraïne zijn. Het rijk bereikte onder grootvorst Algirdas (1345-1377) zelfs de kust van de Zwarte Zee. De veroverde gebieden werden vooral door Roethenen bevolkt en Litouwen raakte onder de invloed van het oosters-orthodoxe christendom.

De Personele Unie met Polen[]

In de tweede helft van de 14de eeuw kwam Litouwen steeds verder in het nauw door de expansieve ridders van de Duitse Orde, die in Pruisen over een belangrijk bastion beschikten. De Litouwers werden daardoor de natuurlijke bondgenoten van het koninkrijk Polen en in 1385 wist de Litouwse leider Jogajla bij de Unie van Kreva de beide rijken in personele unie te verenigen door zich tot koning van Polen te laten verkiezen. In 1386 volgde zijn kroning als koning van Polen en vanaf 1387 nam hij de kerstening van Litouwen krachtig ter hand. Litouwen was daarmee de laatste Europese staat die tot het christendom overging.

Van 1392 tot 1430 regeerde Vytautas de Grote over Litouwen. Onder hem verkreeg het gebied de titel Grootvorstendom Litouwen. Deze tijd is het hoogtepunt van de Litouwse macht. In 1410 werd de Duitse Orde vernietigend verslagen in de Slag bij Tannenberg.

Casimir Jagiello 1440-1492 breidde de invloed van de Jagiellodynastie nog verder uit. Hij bracht Pruisen als vazalstaat onder de Pools-Litouwse troon en zette zijn zoon op de troon van Tsjechië en Hongarije.

De Pools-Litouwse adelsrepubliek[]

In 1569 werden Polen en Litouwen bij de Unie van Lublin tot één staat verenigd, waarbij gebieden in het zuiden van Litouwen naar de Poolse kroon overgingen. In hetzelfde jaar deden de jezuïeten hun intrede in Litouwen, die in 1579 de universiteit van Vilnius stichtten, een van de oudste universiteiten in dit deel van Europa.

In het Pools-Litouwse Gemenebest, bijgenaamd de Adelsrepubliek, maakte de szlachta (de adel) de dienst uit en had de gekozen koning maar weinig macht. De Litouwse en Poolse adel vermengden zich sterk en in Litouwen vond een sterke verpoolsing plaats. Daardoor ging het nationale karakter van de Litouwse component grotendeels teloor.

De Russische tijd[]

In de 18e eeuw bleek de Pools-Litouwse staat niet in staat zich tegen de inmenging van de buurlanden te verdedigen en in de Poolse delingen van 1772, 1793 en 1795 kwam het oorspronkelijke Litouwen onder Russisch bestuur. In de 19e eeuw was er een nationale herleving die in 1830-31 en 1863-64 tot kortstondige opstanden leidde. Deze waren ook ingegeven door het feit dat de Litouwers hoofdzakelijk boeren waren en boeren in het tsarenrijk tot 1861 de status van lijfeigenen hadden. De laatste opstand, die ook bekendstaat als de Januariopstand, leidde ertoe dat in het Latijnse alfabet geschreven Litouwse boeken verboden werden. Zogenaamde "boekendragers" (knygnešiai) smokkelden vanuit het Oost-Pruisische Klein-Litouwen literatuur het land binnen. In Pruisen verscheen in 1883 ook de eerste Litouwse krant, Aušra (= Dageraad). Er bestonden echter naast de Litouwse ook Poolse en Wit-Russische nationale bewegingen, die vaak op dezelfde gebieden aanspraak maakten.

Aan het eind van het revolutiejaar 1905, waarin de tsaar belangrijke concessies moest doen, kwam onder voorzitterschap van Jonas Basanavičius de Grote Landdag van Vilnius (Didysis Vilniaus Seimas) bijeen, die Litouwen autonoom verklaarde. De autonomie kwam er niet, maar wel grotere politieke en culturele vrijheden.

Na de eerste wereldoorlog veranderde dit laatste weer. Iedereen die geen Rus was had een ondergeschikte status en kon slechts beperkt eigen keuzes maken. Zo was het, net als in de rest van Russisch Europa voor niet-Russen niet mogelijk om zelf een beroep te kiezen, of zelf te bepalen waar men ging wonen. Hoewel iedereen geacht werd Russisch te leren gebeurde dit slechts mondjesmaat, aangezien het vloeiend spreken van Russisch geen invloed had op de status van iemand of diens bewegingsvrijheid.

De autonome provincie Litouwen[]

In 1930 werd Litouwen officieel een autonome provincie, waarvan de grenzen erop waren gebaseerd dat alle gebieden met een Litouwse meerderheid er binnen moesten vallen. Omdat de Russische regering in feite nouwelijks eigen onderzoek deed naar de bevolkingsspreiding werden hiervoor waarschijnlijk oude Duiste kaarten van rond het begin van de eerste wereldoorlog gebruikt. Daardoor hebben in de daaropvolgende jaren aanzienlijke aantallen litouwers die buiten de grenzen van de autonome provincie waren komen te wonen gedwongen moeten verhuizen, om nu wel binnen de grenzen te komen te wonen.

Het uit Litouwers bestaande bestuur van de provincie had van het allereerste moment al geen enkele zeggenschap over de eigen provincie en in feite was het nog steeds Moskou dat de dienst uitmaakte. Dat dit de Litouwse bevolking niet ontging blijkt uit het enorme wantrouwen dat men jegens de regering koesterde. Ook het wantrouwen maakte echter weinig uit: elke inwoner van Litouwen die niet van Russische komaf was (nu in feite alleen nog Litouwers, daar alle anderen gedwongen naar andere provincies hadden moeten verhuizen, zoals de Litouwers naar Litouwen hadden moeten verhuizen) was in feite weinig beter af dan een leifeigene in het tsarenrijk.

De grote epidemie trof Litouwen in 1955, Slechts één jaar vaardat die Rusland en het Osmaanse Rijk bereikte. Ongeveer ⅓ van de bevolking sterft dat jaar, wat de provincie in een staat van radeloosheid achterliet.

De onafhankelijkheid[]

In 1956 werd Litouwen onafhankelijk van Rusland en werd het een republiek. Het land was nog steeds ernstig verzwakt door de opidemie en in eerste instantie veranderde er voor de mensen weinig. Eerst, onder het Russische bewind mogt men niks, daarna kon men door gebrek aan middelen nog steeds niks. Het duurde zeker vijf jaar voordat hiet echt verandering in kwam, maar toen die eenmaal kwam gingen dingen ineens snel. In 1961 begon het door de Amerikaanse steun economisch weer beter te gaan en in 1962 werd de hele bestuurlijke indeling van het land vernieuwd, werd er een nieuwe grondwet aangenomen, werd het bestuurlijke apparaat van het land vernieuwd en werden er allerlei wetten aangenomen die er voor moesten zorgen dat iedereen in Litouwen een goede kans kreeg. Dit laatste lukte nu ook daadwerkelijk: de meeste mensen waren een redelijk stuk boven de armoedegrens uitgekomen. Onderwijs werd in nieuwe banen geleid door de nieuwe wetten zodat alle kinderen vanaf dan goed onderwijs kregen. In de jaren die op 1961 volgden zagen veel mensen de kans om te verhuizen, waarbij veel mensen naar hun geboortestreek terugkeerden. Vooral voor jongere mensen is dat echter vaak niet de plek waar hun familie oorspronkelijk vandaan kwam, en mensen van wie de geboortegronden buiten Litouwen waren komen te liggen konden sowieso niet terug.

De Baltische Confederatie[]

De Drie Tijden, Europa in 1973 staatkundig

kaart vijf: Europa in 1973

Onder het motto "samen sta je sterker" vormde Litouwen in 1966 samen met Estland en Letland de Baltische Confederatie. De voordelen die Litouwen (en de beide andere landen) hiervan hadden zorgde voor een nieuwe sprong in de ontwikkeling van Litouwen. Vooral de industrie groeide, hoewel er in de landbouw ook grote vooruitgang geboekt werd, er zelfs al een dienstverlenende sector opkwam, en ook de middenstand hard groeide. Zo vanaf de jaren zeventig lijkt Litouwen steeds meer op een westers land zoals wij dat kennen. Het menselijk leed is uiteraard niet vergeten, Rusland wordt diep gehaat, en de Litouwers zijn een gewond volk. Toch lijkt het Litouwen in 2009 verbazend veel op het Litouwen zoals we dat kennen. Het zou zelfs gezegd kunnen worden dat het welvarender is.

Geografie[]

De grootste rivier van Litouwen is de Memel van 475 kilometer lengte. Het grootste meer is de Kauno Marios met 63,5 vierkante kilometer. Het hoogste punt is de Juozaupipjjjjjjjjjjjjjjjjjjjjpinė in het Hoogland van Medininkai,die 294 meter hoog is.

Advertisement