De Socialistische Federatie van Joegoslavië was een communistische federatie van zes in naam onafhankelijke socialistische republieken op de Balkan. Het land kwam in 1947-1948 tot stand onder invloed van de Sloveense politicus Andrej Aporov (Alternativo), die in Koper het federatieverdrag ontwierp.
Geschiedenis van de SFJ[]
Na de Tweede Wereldoorlog was de situatie in het vooroorlogse Joegoslavië een chaos: grote delen van Servië en Kroatië waren door het Rode Leger bezet, in Kosovo was er een bloedige strijd aan de gang tussen Albanese en Servische nationalisten. De wetgevende organen van Bosnië-Herzegovina hadden de onafhankelijkheid uitgeroepen. In deze chaos kwam de Sloveense militair-politicus en gematigd communist Andrej Aporov in Koper aan de kust van Slovenië met de Kroatische en Bosnisch-moslimse leiders overeen een nieuwe communistische federatie te vormen naar Russisch voorbeeld. Oorspronkelijk heette dit de Joegoslavische Socialistische Sovjetrepublieken.
Pas toen Servië, Macedonië en Kosovo onder dwang van Moskou in de federatie werden opgenomen werd de naam Socialistische Federatie van Joegoslavië gemeengoed. Het parlement zetelde in Belgrado - het hooggerecht in Zagreb, de communistische bureau's in Sarajevo. In 1949 werd een democratischer grondwet aangenomen die het starre communisme inruilde voor een milder socialisme. Wel sloot Joegoslavië zich aan bij het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (Alternativo).
Toen de Derde Wereldoorlog in 1966 uitbrak met de Sovjetbezetting van West-Berlijn bleef Joegoslavië neutraal. Regeringsleider Josip Taradic (Alternativo) neutraal, maar richtte wel een vrijwilligerskorps op voor communistische strijders - die uiteindelijk ruim 67.000 man opleverde voor het GOS. Taradic politiek leidde tot veel kritiek van communistische partijen in heel Europa. Toch hield Taradic voet bij stuk en mobiliseerde tegen iedere indringer van Joegoslavisch gebied. Meermalen werden westerse vliegtuigen boven Slovenië neerschoten, maar ook twee Roemeense jagers boven Subotica werden neergehaald. Toen het communistische blok in 1990 instortte schafte Joegoslavië pas in 1993 het communisme af, waarna de republieken ieder hun eigen weg gingen.
Deelrepublieken[]
- Servische Socialistische Republiek (met autonome provincie Vojvodina)
- Macedonische Socialistische Republiek
- Kosovaanse Socialistische Republiek (Alternativo)
- Bosnische Socialistische Republiek
- Kroatische Socialistische Republiek (met autonome provincie Krajina)
- Sloveense Socialistische Republiek
Elke deelrepubliek had haar eigen parlement en haar eigen prive-leger van maximaal 30.000 man sterk. Vanouds had Servië de meeste macht, hoewel dat sinds 1979 is verschoven naar het rijkere Kroatië dat westerlingen toeliet als toeristen.